Welkom op onze site > Reisverhalen > Syrie

Syrie

 

Begin half september – half september plus drie dagen 2009 

 

Aan de Syrische kant van de grens is de vertrouwde chaos aan alle kanten zichtbaar. Veel grote gebouwen en veel mannetjes, maar weinig efficiëntie. Na veel vragen kom ik bij het loket waar ik de visa kan kopen. Het duurt een eeuwigheid, want er is maar een man hier beschikbaar en achter hem zitten er tien niets te doen. Na een uur heb ik de visa, ook voor de kinderen, in het paspoort staan voor 140 US dollars. Dan in de rij voor de douane. Op aanwijzingen moeten we een meneer op een brommer volgen en we krijgen de indruk dat we het land weer uitmoeten. Dan staan we ineens op een groot parkeerterrein tussen vrachtwagens. Ik probeer hem duidelijk te maken dat wij toeristen zijn en dat onze vrachtwagen geen goederen vervoerd. Hij verstaat alleen maar Arabisch maar belt wel een collega op die Engels spreekt. Aan hem kan ik via de telefoon het uitleggen en hij weer aan hem. We kunnen weer terug in de rij.

 

Het is ondertussen donker geworden. In het douanegebouw kom ik niet verder en de beambten bij de doorgang willen zich niet met mij bemoeien. Uiteindelijk krijg ik de chef (zonder uniform) te pakken en die regelt gelukkig een jonge beambte die goed Engels spreekt. Hij is erg behulpzaam en met hem loop ik van het ene betaalhokje naar het andere. Een oude en behoorlijk chagrijnige douaneman smijt het carnet naar mij terug met de mededeling dat dit document is verlopen en dat verlenging met een jaar niet kan. Hij heeft het als eerste in de gaten en ik maak er maar verder geen stampij over voordat het uit de hand loopt. Veel mensen moeten namelijk hun auto helemaal leeghalen.

 

De man geeft wel een papiertje af dat ik een transitvisum krijg voor drie dagen. Nu waren we toch niet van plan lang in Syrië te blijven maar drie dagen, waarvan de eerste al bijna om is, is niet veel. Ondanks mijn bezwaren wordt het niet meer, het is pure willekeur.

 

Het carnet wordt tijdens mijn weinig amusante onderonsje met de oude douaneman terloops door de douanechef doorgenomen en ineens lijken alle alarmbellen af te gaan. Verschillende officials komen aangesneld en doen erg nerveus. Dan krijg ik in de gaten waar het om gaat. Ze denken namelijk dat wij ook in Israel zijn geweest. Als dat zo is en zij ontdekken dat dan kom je Syrië al helemaal niet in. Ik moet uitleggen hoe wij zijn gereden en de visa in onze paspoorten worden minutieus doorgenomen. In het donker met felle lampen op ons gericht met alle chaos om ons heen geeft deze actie wel een extra bijzondere sfeer aan het geheel.

 

Het blijkt om de exit-stempel van Ethiopië te gaan. Dat is namelijk in de vorm van een Davidster. Iedereen is ineens weer opgelucht en het comitee valt net zo snel weer uit elkaar als het bijelkaar kwam. Ook weer klaar en nu naar verschillende betaalhokjes. Eerst WA-verzekering, kosten 60 dollar voor drie dagen en dan mag ik nog blij zijn word mij verzekerd. Voor het doorreispapiertje van de auto mag ik 100 dollar betalen en dan nog de dieseltax. Dit ter compensatie van de goedkope diesel. Als je veel in het land rijdt dan is het OK, maar dat kunnen we niet in feitelijk twee dagen. Toch 100 dollar betalen. Ik neem afscheid van de behulpzame beambte en dan rijden we daarna – na een laatste check - het land in. Met 400 US dollars is dit de meest prijzige grensovergang van onze reis en dat voor drie dagen. Een alternatief is niet direct voorhanden en dat weet men natuurlijk als de beste.

 

   

 

Na 20 kilometer vinden we een tankstation waar we kunnen overnachten. Weer zo een dag ten einde.

 

De weg voert dwars door Damascus. Het is zoeken want er zijn wegomleidingen maar het gaat goed. We hadden graag hier een paar dagen willen vertoeven maar dat gaat nu niet. In de middag komen we aan bij Crac des Chevalier, een van de ridderkastelen uit de bewogen tijden van de kruistochten, vlakbij de noordelijke grens van Libanon. Op de camping bij het kasteel ontmoeten we Leo en Janet weer en zien voor het eerst weer de zogeheten ‘tupperware campers’ staan.

Normaal hebben we direct contact als wij andere overlanders tegenkomen, maar nu we dichter bij huis komen merken we dat dit minder het geval is. We komen langzaam weer in de ‘beschaafde wereld’.

 

Het kasteel bestaat eigenlijk uit twee burchten. De eerste – nu de buitenvestiging – is in de elfde eeuw gebouwd op last van een islamitische commandant. Later is deze vestiging door de kruisridders in bezit genomen en verrees binnen de bestaande muren een heus Europees kasteel met imponerende afmetingen. Zelfs nu is het kasteel in bijna perfecte staat.

De ridders waren van de orde van de hospitaalridders, later bekend als Maltezer Orde. Het kasteel is nooit veroverend geweest, maar door gebrek aan verse rekruten, op een gegeven moment verlaten.

Bijzonder is dat de ridderorde nog steeds bestaat en zelfs een officiële status erop na houdt als soevereine organisatie volgens het internationale recht.

Naast het beheren van ziekenhuizen is de orde wereldwijd actief op het gebied van medische hulpverlening bij rampen en oorlogsituaties.

 

   

 

Tom en Fleur vinden het fantastisch door het kasteel te rennen en overal op te klimmen en vanaf te springen. Dat zou in Europese kastelen nooit kunnen. Nadeel is dat niets is afgezet met hekjes of iets dergelijks zodat wij als een stel kleine kinderen er achteraan rennen.

Overal in de steden, langs de weg en zomaar in het landschap staan enorme afbeeldingen en standbeelden van zowel de huidige president Bashar Assad en de vorige president, zijn vader Hafaz Assad. Duidelijk is dat wordt getracht Bashar in een pose neer te zetten als een denker, een filosoof. In onze belevenis komt hij juist over als een onzekere slungel.

 

Het idee van deze wijze van persoonsverheerlijking schijnt de vader opgedaan te hebben tijdens een bezoek aan Noord-Korea. Nu zie je in bijna alle Arabische landen deze typische reclame voor de regeringsleiders. Hieruit zou je kunnen afleiden dat de bevolking dit erg prijs stelt omdat de Arabieren graag van sterke leiders houden. Deze hardnekkige misvatting in het westen geeft een verkeerd beeld van de werkelijk. Geen enkel volk zit immers te wachten op zichzelf verrijkende regiems en dictators, tenzij je er deel van uitmaakt.

 

De dictators in bijvoorbeeld Algerije, Saoedie Arabie en Libië, zitten stevig in het zadel dankzij hun sluitende controle over het leger en de veiligheidsdiensten. Zelf zo stevig dat bijvoorbeeld de president van Egypte, Mubarak, bekend heeft laten maken zich ook door zijn zoon te willen laten opvolgen. Zonder dat het volk maar iets wordt gevraagd. Met een eventuele verkiezing wordt zo geknoeid (opponenten worden eenvoudigweg gearresteerd of hun partij wordt verboden) dat de uitslag van te voren vaststaat. Met islam heeft dit op zich niets te maken maar de godsdienst houdt het wel (soms onbedoeld) mede in stand.

 

        

 

De leiders zijn geen vrome moslims en waarschijnlijk geloven ze zelfs helemaal niet in een godsdienst, hoewel ze dat voor de buitenwereld natuurlijk niet zullen erkennen.

De politiek van de regerende Ba’ath-partij in Syrië is zelfs lange tijd Marxistisch geweest. In theorie zijn de grondsbeginselen van deze partij (die ook in andere Arabische landen in de politiek aanwezig is en was) helemaal niet zo verkeerd. Zo is de partij seculier, beroept zich op de Arabische tradities (naast islamitische dus ook joodse en christelijke) en de Arabische eenheid en streefde naar een maatschappij naar socialistisch model. Alleen de uitwerking in de praktijk is een andere dan wij – en ongetwijfeld met ons een groot deel van de Arabieren - zouden voorstaan.

 

De kustroute leidt ons door een van de grootste steden van het land, Lattakia. De havenstad heeft een levendige uitstraling en is een echte badplaats. De vrouwen dragen moderne, westerse kleding en het doet gezellig aan. Maar we hebben haast dus rijden we naar de grens met Turkije. De laatste etappe gaat door bergachtig landschap en eind van de middag bereiken we grensplaats Kassab. Het land uit gaat een stuk eenvoudiger dan erin. Wel ook hier weer vertrekbelasting betalen voor de camper en toedeloe.